H6106 עֶצֶם
body, life, very, bone, same, , selfsame
Psalm 31:11 | Want mijn leven is verteerd van droefenis, en mijn jaren van zuchten; mijn kracht is vervallen door mijn ongerechtigheid, en mijn beenderen zijn doorknaagd. |
Psalm 32:3 | Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd, in mijn brullen den gansen dag. |
Psalm 34:21 | [Schin.] Hij bewaart al zijn beenderen; niet een van die wordt gebroken. |
Psalm 35:10 | Al mijn beenderen zullen zeggen: HEERE, wie is U gelijk! U, Die den ellendige redt van dien, die sterker is dan hij, en den ellendige en nooddruftige van zijn berover. |
Psalm 38:4 | Er is niets geheels in mijn vlees, vanwege Uw gramschap; er is geen vrede in mijn beenderen, vanwege mijn zonde. |
Psalm 42:11 | Met een doodsteek in mijn beenderen honen mij mijn wederpartijders, als zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God? |
Psalm 51:10 | Doe mij vreugde en blijdschap horen; dat de beenderen zich verheugen, [die] Gij verbrijzeld hebt. |
Psalm 53:6 | Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard geworden, [waar] geen vervaardheid was; want God heeft de beenderen desgenen, die u belegerde, verstrooid; gij hebt hen beschaamd gemaakt, want God heeft hen verworpen. |
Psalm 102:4 | Want mijn dagen zijn vergaan als rook, en mijn gebeenten zijn uitgebrand als een haard. |
Psalm 102:6 | Mijn gebeente kleeft aan mijn vlees, vanwege de stem mijns zuchtens. |
Psalm 109:18 | En hij zij bekleed met den vloek, als met zijn kleed, en dat die ga tot in het binnenste van hem als het water, en als de olie in zijn beenderen. |
Psalm 141:7 | Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde [iets] gekloofd en verdeeld had. |
Spreuken 3:8 | Het zal een medicijn voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen. |
Spreuken 12:4 | Een kloeke huisvrouw is een kroon haars heren; maar die beschaamt maakt, is als verrotting in zijn beenderen. |
Spreuken 14:30 | Een gezond hart is het leven des vleses; maar nijd is verrotting der beenderen. |
Spreuken 15:30 | Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. |
Spreuken 16:24 | Liefelijke redenen zijn een honigraat, zoet voor de ziel, en medicijn voor het gebeente. |
Prediker 11:5 | Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds zij, [of] hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere [vrouw], alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt. |
Jesaja 38:13 | Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult Gij mij ten einde gebracht hebben. |
Jesaja 58:11 | En de HEERE zal u geduriglijk leiden, en Hij zal uw ziel verzadigen in grote droogten, en uw beenderen vaardig maken; en gij zult zijn als een gewaterde hof, en als een springader der wateren, welker wateren niet ontbreken. |