H6166 עֲרָד
Arad

Bijbelteksten

Numeri 21:1Als de Kanaaniet, de koning van Harad, wonende tegen het zuiden, hoorde, dat Israël door den weg der verspieders kwam, zo streed hij tegen Israël, en hij voerde enige gevangenen uit denzelven gevankelijk weg.
Numeri 33:40En de Kanaaniet, de koning van Harad, die in het zuiden woonde in het land Kanaan, hoorde, dat de kinderen Israels aankwamen.
Jozua 12:14De koning van Horma, een; de koning van Harad, een;
Richteren 1:16De kinderen van den Keniet, den schoonvader van Mozes, togen ook uit de Palmstad op, met de kinderen van Juda, naar de woestijn van Juda, die tegen het zuiden van Harad is; en zij gingen heen en woonden met het volk.
1 Kronieken 8:15En Zebadja, en Arad, en Eder,

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken