H6194 עָרֵם
heap of corn, sheaves, heap

Bijbelteksten

Ruth 3:7Als nu Boaz gegeten en gedronken had, en zijn hart vrolijk was, zo kwam hij om neder te liggen aan het uiterste van een [koren]hoop. Daarna kwam zij stilletjes in, en sloeg zijn voetdeksel op, en legde zich.
2 Kronieken 31:6En de kinderen van Israel en Juda, die in de steden van Juda woonden, brachten ook tienden der runderen en der schapen, en tienden der heilige dingen, die den HEERE, hun God, geheiligd waren, en maakten vele hopen.
2 Kronieken 31:7In de derde maand begonnen zij den grond van die hopen te leggen, en in de zevende maand voleindden zij.
2 Kronieken 31:8Toen nu Jehizkia en de vorsten kwamen en die hopen zagen, zegenden zij den HEERE en Zijn volk Israel.
2 Kronieken 31:9En Jehizkia ondervraagde de priesteren en de Levieten aangaande die hopen.
Nehemia 4:2En sprak in de tegenwoordigheid zijner broederen en van het heir van Samaria, en zeide: Wat doen deze amechtige Joden? Zal men hen laten geworden? Zullen zij offeren? Zullen zij het in een dag voleinden? Zullen zij de steentjes uit de stofhopen levend maken, daar zij verbrand zijn?
Nehemia 13:15In dezelfde dagen zag ik in Juda, die persen traden op den sabbat, en die garven inbrachten, die zij op ezels laadden; als ook wijn, druiven en vijgen, en allen last, dien zij te Jeruzalem inbrachten op den sabbatdag; en ik betuigde [tegen hen] ten dage, als zij eetwaren verkochten.
Hooglied 7:2Uw navel is [als] een ronde beker, dien geen drank ontbreekt; uw buik is [als] een hoop tarwe, rondom bezet met lelien.
Jeremia 50:26Komt aan tegen haar van het uiterste, opent haar schuren, vertreedt haar als korenhopen, en verbant ze; laat ze geen overblijfsel hebben.
Haggai 2:17Eer die [dingen] geschiedden, kwam iemand tot den [koren]hoop van twintig [maten], zo waren er [maar] tien; komende tot den wijnbak, om vijftig [maten] van de pers te scheppen, zo waren er [maar] twintig.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech