H6466 פָּעַל
workers, do, work, commit, , doers, make

Bijbelteksten

Exodus 15:17Die zult Gij inbrengen, en planten hen op den berg Uwer erfenis, ter plaatse, welke Gij, o HEERE! gemaakt hebt tot Uw woning, het heiligdom, hetwelk Uw handen gesticht hebben, o HEERE!
Numeri 23:23Want er is geen toverij tegen Jakob noch waarzeggerij tegen Israel. Te dezer tijd zal van Jakob gezegd worden, en van Israel, wat God gewrocht heeft.
Deuteronomium 32:27Ten ware, dat Ik de toornigheid des vijands schroomde, dat niet hun tegenpartijen zich vreemd mochten houden; dat zij niet mochten zeggen: Onze hand is hoog geweest; de HEERE heeft dit alles niet gewrocht.
Job 7:20Heb ik gezondigd, wat zal ik U doen, o Mensenhoeder? Waarom hebt Gij mij U tot een tegenloop gesteld, dat ik mijzelven tot een last zij?
Job 11:8[Zij is als] de hoogten der hemelen, wat kunt gij doen? Dieper dan de hel, wat kunt gij weten?
Job 22:17Die zeiden tot God: Wijk van ons! En wat had de Almachtige hun gedaan?
Job 31:3Is niet het verderf voor den verkeerde, ja, wat vreemds voor de werkers der ongerechtigheid?
Job 33:29Zie, dit alles werkt God twee- [of] driemaal met een man;
Job 34:8En gaat over weg in gezelschap met de werkers der ongerechtigheid, en wandelt met goddeloze lieden.
Job 34:22Er is geen duisternis, en er is geen schaduw des doods, dat aldaar de werkers der ongerechtigheid zich verbergen mochten.
Job 34:32Behalve [wat] ik zie, leer Gij mij; heb ik onrecht gewrocht, ik zal het niet meer doen.
Job 35:6Indien gij zondigt, wat bedrijft gij tegen Hem? Indien uw overtredingen menigvuldig zijn, wat doet gij Hem?
Job 36:3Ik zal mijn gevoelen van verre ophalen, en mijn Schepper gerechtigheid toewijzen.
Job 36:23Wie heeft Hem gesteld over Zijn weg? Of wie heeft gezegd: Gij hebt onrecht gedaan?
Psalm 5:6De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan; Gij haat alle werkers der ongerechtigheid.
Psalm 6:9Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord.
Psalm 7:14En heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stellen.
Psalm 7:16Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, [die] hij gemaakt heeft.
Psalm 11:3Zekerlijk, de fondamenten worden omgestoten; wat heeft de rechtvaardige bedreven?
Psalm 14:4Hebben dan alle werkers der ongerechtigheid geen kennis, die mijn volk opeten, [alsof] zij brood aten? Zij roepen den HEERE niet aan.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken