Exodus 25:31 | Gij zult ook een kandelaar van louter goud maken. Van dicht werk zal deze kandelaar gemaakt worden, zijn schacht, en zijn rietjes; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen zullen uit hem zijn. |
Exodus 25:33 | In het ene riet zullen drie schaaltjes zijn, [gelijk] amandelnoten, een knoop en een bloem; en drie schaaltjes, [gelijk] amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo zullen die zes rieten zijn, die uit den kandelaar gaan. |
Exodus 25:34 | Maar aan den kandelaar zelven zullen vier schaaltjes zijn, [gelijk] amandelnoten, met zijn knopen, en met zijn bloemen. |
Exodus 37:17 | Hij maakte ook een kandelaar van louter goud. Van dicht werk maakte hij dezen kandelaar, zijn schacht, en zijn rieten; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen waren uit hem. |
Exodus 37:19 | In het ene riet waren drie schaaltjes, [gelijk] amandelnoten, een knoop en een bloem; en drie schaaltjes, [gelijk] amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo waren die zes rieten, die uit den kandelaar gingen. |
Exodus 37:20 | Maar aan den kandelaar zelven waren vier schaaltjes, [gelijk] amandelnoten, met zijn knopen, en met zijn bloemen. |
Numeri 8:4 | Dit werk nu des kandelaars was van dicht goud, tot zijn schacht, tot zijn bloemen was het dicht; naar de gedaante, die de HEERE Mozes vertoond had, alzo had hij den kandelaar gemaakt. |
Numeri 17:8 | Het geschiedde nu des anderen daags, dat Mozes in de tent der getuigenis inging; en ziet, Aarons staf, voor het huis van Levi, bloeide; want hij bracht bloeisel voort, en bloesemde bloesem, en droeg amandelen. |
1 Koningen 7:26 | Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers [of] ener leliebloem; zij hield twee duizend bath. |
1 Koningen 7:49 | En de kandelaren, vijf aan de rechterhand, en vijf aan de linkerhand, voor de aanspraakplaats, van gesloten goud; en de bloemen, en de lampen, en de snuiters van goud; |
2 Kronieken 4:5 | Haar dikte nu was een hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens bekers [of] ener leliebloem, bevattende [vele] bathen; zij hield drie duizend. |
2 Kronieken 4:21 | En de bloemen, en de lampen, en de snuiters, van goud; het was het volmaaktste goud; |
Jesaja 5:24 | Daarom, gelijk de tong des vuurs den stoppel verteert, en het kaf door de vlam verdaan wordt, [alzo] zal hun wortel als een uittering wezen; en hun bloem zal als stof opvaren; omdat zij verwerpen de wet des HEEREN der heirscharen, en de rede des Heiligen van Israel versmaden. |
Jesaja 18:5 | Want voor den oogst, als de botte volkomen is, en de onrijpe druif rijp wordt [na] den bloesem, zo zal Hij de ranken met snoeimessen afsnijden, en de takken wegdoen, [en] afkappen. |
Nahum 1:4 | Hij scheldt de zee, en maakt ze droog, en Hij verdroogt alle rivieren; Basan en Karmel kwelen, ook kweelt de bloem van Libanon. |