H6872 צְרוֹר
geldzak, bundel, portemonnee, Zeror
Genesis 42:35 | En het geschiedde, als zij hun zakken ledigden, ziet, zo had een iegelijk den bundel zijns gelds in zijn zak; en zij zagen de bundelen huns gelds, zij en hun vader, en zij waren bevreesd. |
1 Samuel 9:1 | Er was nu een man van Benjamin, wiens naam was Kis, een zoon van Abiel, den zoon van Zeror, den zoon van Bechorath, den zoon van Afiah, den zoon eens mans van Jemini, een dapper held. |
1 Samuel 25:29 | Wanneer een mens opstaan zal om u te vervolgen, en om uw ziel te zoeken, zo zal de ziel mijns heren ingebonden zijn in het bundeltje der levenden bij den HEERE, uw God; maar de ziel uwer vijanden zal Hij slingeren uit het midden van de holligheid des slingers. |
2 Samuel 17:13 | En indien hij zich in een stad zal begeven, zo zal gans Israel koorden tot dezelve stad aandragen, en wij zullen ze tot in de beek nedertrekken, totdat ook niet een steentje aldaar gevonden worde. |
Job 14:17 | Mijn overtreding is in een bundeltje verzegeld, en Gij pakt mijn ongerechtigheid opeen. |
Spreuken 7:20 | Hij heeft een bundel gelds in zijn hand genomen; ten bestemden dage zal hij naar zijn huis komen. |
Hooglied 1:13 | Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre, [dat] tussen mijn borsten vernacht. |
Amos 9:9 | Want ziet, Ik geef bevel, en Ik zal het huis Israels onder al de heidenen schudden, gelijk als [zaad] geschud wordt in een zeef; en niet een steentje zal er ter aarde vallen. |
Haggai 1:6 | Gij zaait veel, en gij brengt weinig in; gij eet, maar niet tot verzadiging; gij drinkt, maar niet tot dronken worden toe; gij kleedt u, maar niet tot uw verwarming, en wie loon ontvangt, die ontvangt dat loon in een doorgeboorden buidel. |