H6923 קָדַם
disappoint, prevent, before, go, come, met

Bijbelteksten

Deuteronomium 23:4Ter oorzake dat zij ulieden op den weg niet tegengekomen zijn met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij tegen u gehuurd heeft Bileam, den zoon van Beor, van Pethor uit Mesopotamie, om u te vloeken.
2 Samuel 22:6Banden der hel omringden mij; strikken des doods bejegenden mij.
2 Samuel 22:19Zij hadden mij bejegend ten dage mijns ongevals; maar de HEERE was mij een Steunsel.
2 Koningen 19:32Daarom zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie: Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten; ook zal hij [met] geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen opwerpen.
Nehemia 13:2Omdat zij den kinderen Israels niet waren tegengekomen met brood en met water, ja, Bileam tegen hen gehuurd hadden, om hen te vloeken, hoewel onze God den vloek omkeerde in een zegen.
Job 3:12Waarom zijn mij de knieen voorgekomen, en waartoe de borsten, opdat ik zuigen zou?
Job 30:27Mijn ingewand ziedt, en is niet stil; de dagen der verdrukking zijn mij voorgekomen.
Job 41:2Wie heeft Mij voorgekomen, dat Ik [hem] zou vergelden? Wat onder den gansen hemel is, is het Mijne.
Psalm 17:13Sta op, HEERE, kom zijn aangezicht voor, vel hem neder; bevrijd mijn ziel met Uw zwaard van den goddeloze;
Psalm 18:6Banden der hel omringden mij, strikken des doods bejegenden mij.
Psalm 18:19Zij hadden mij bejegend ten dage mijns ongevals; maar de HEERE was mij tot een Steunsel.
Psalm 21:4Want Gij komt hem voor met zegeningen van het goede; op zijn hoofd zet Gij een kroon van fijn goud.
Psalm 59:11De God mijner goedertierenheid zal mij voorkomen; God zal mij op mijn verspieders doen zien.
Psalm 68:26De zangers gingen voor, de speellieden achter, in het midden de trommelende maagden.
Psalm 79:8Gedenk ons de vorige misdaden niet; haast U, laat Uw barmhartigheden ons voorkomen; want wij zijn zeer dun geworden.
Psalm 88:14Maar ik, HEERE! roep tot U, en mijn gebed komt U voor in den morgenstond.
Psalm 89:15Gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid Uws troons; goedertierenheid en waarheid gaan voor Uw aanschijn henen.
Psalm 95:2Laat ons Zijn aangezicht tegemoet gaan met lof; laat ons Hem juichen met psalmen.
Psalm 119:147Ik ben de [morgen]schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt.
Psalm 119:148Mijn ogen komen de [nacht]waken voor, om Uw rede te betrachten.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken