Genesis 49:26 | De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen! |
Deuteronomium 28:35 | De HEERE zal u slaan met boze zweren, aan de knieen en aan de benen, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden, van uw voetzool af tot aan uw schedel. |
Deuteronomium 33:16 | En van het uitnemendste der aarde en haar volheid, en [van] de goedgunstigheid Desgenen, Die in het braambos woonde, kome [de zegening] op het hoofd van Jozef, en op den schedel des afgezonderden van zijn broederen! |
Deuteronomium 33:20 | En van Gad zeide hij: Gezegend zij, die aan Gad ruimte maakt! hij woont als een oude leeuw, en verscheurt den arm, ja ook den schedel. |
2 Samuel 14:25 | Nu was er in gans Israel geen man zo schoon als Absalom, zeer te prijzen; van zijn voetzool af tot zijn hoofdschedel toe was er geen gebrek in hem. |
Job 2:7 | Toen ging de satan uit van het aangezicht des HEEREN, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn schedel toe. |
Psalm 7:17 | Zijn moeite zal op zijn hoofd wederkeren, en zijn geweld op zijn schedel nederdalen. |
Psalm 68:22 | Voorzeker zal God den kop Zijner vijanden verslaan, den harigen schedel desgenen, die in zijn schulden wandelt. |
Jesaja 3:17 | Zo zal de HEERE den schedel der dochteren van Sion schurftig maken, en de HEERE zal haar schaamte ontbloten. |
Jeremia 2:16 | Ook hebben u de kinderen van Nof en Tachpanhes den schedel afgeweid. |
Jeremia 48:45 | Die voor [des vijands] macht vluchtten, bleven staan in de schaduw van Hesbon; maar een vuur is uitgegaan van Hesbon, en een vlam van tussen Sihon, en heeft de hoeken van Moab en den schedel der kinderen van het gedruis verteerd. |