Numeri 13:21 | Alzo trokken zij op, en verspiedden het land, van de woestijn Zin af tot Rechob toe, waar men gaat naar Hamath. |
Jozua 19:28 | En Ebron, en Rehob, en Hammon, en Kana, tot aan groot Sidon. |
Jozua 19:30 | En Umma, en Afek, en Rehob; twee en twintig steden en haar dorpen. |
Jozua 21:31 | En Helkath en haar voorsteden, en Rehob en haar voorsteden: vier steden. |
Richteren 1:31 | Aser verdreef de inwoners van Acco niet, noch de inwoners van Sidon, noch Achlab, noch Achsib, noch Chelba, noch Afik, noch Rechob; |
2 Samuel 8:3 | David sloeg ook Hadad-ezer, den zoon van Rechob, den koning van Zoba, toen hij heentoog, om zijn hand te wenden naar de rivier Frath. |
2 Samuel 8:12 | Van Syrie, en van Moab, en van de kinderen Ammons, en van de Filistijnen, en van Amalek, en van den roof van Hadad-ezer, den zoon van Rechob, den koning van Zoba. |
2 Samuel 10:8 | En de kinderen Ammons togen uit, en stelden de slagorde voor de deur der poort; maar de Syriers van Zoba, en Rechob, en de mannen van Tob en Maacha waren bijzonder in het veld. |
1 Kronieken 6:75 | En Hukok en haar voorsteden, en Rehob en haar voorsteden. |
Nehemia 10:11 | Micha, Rehob, Hasabja, |