Spreuken 6:11 | Zo zal uw armoede [u] overkomen als een wandelaar, en uw gebrek als een gewapend man. |
Spreuken 10:15 | Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring. |
Spreuken 13:18 | Armoede en schande is desgenen, die de tucht verwerpt; maar die de bestraffing waarneemt; zal geeerd worden. |
Spreuken 24:34 | Zo zal uw armoede [u] overkomen [als] een wandelaar, en uw velerlei gebrek als een gewapend man. |
Spreuken 28:19 | Die zijn land bouwt, zal met brood verzadigd worden; maar die ijdele [mensen] volgt, zal met armoede verzadigd worden. |
Spreuken 30:8 | Ijdelheid en leugentaal doe verre van mij; armoede of rijkdom geef mij niet; voed mij met het brood mijns bescheiden deels; |
Spreuken 31:7 | Dat hij drinke, en zijn armoede vergete, en zijner moeite niet meer gedenke. |