H7495 רָפָא
helen, heelmeester

Bijbelteksten

Genesis 20:17En Abraham bad tot God; en God genas Abimelech, en zijn huisvrouw, en zijn dienstmaagden, zodat zij baarden.
Genesis 50:2En Jozef gebood zijn knechten, den medicijnmeesters, dat zij zijn vader balsemen zouden; en de medicijnmeesters balsemden Israel.
Exodus 15:26En zeide: Is het, dat gij met ernst naar de stem des HEEREN uws Gods horen zult, en doen, wat recht is in Zijn ogen, en uw oren neigt tot Zijn geboden, en houdt al Zijn inzettingen; zo zal Ik geen van de krankheden op u leggen, die Ik op Egypteland gelegd heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!
Exodus 21:19Indien hij weder opstaat, en op straat gaat bij zijn stok, zo zal hij, die hem sloeg, onschuldig zijn; alleen zal hij geven hetgeen hij verzuimd heeft, en hij zal hem volkomen laten helen.
Leviticus 13:18Het vlees ook, als in deszelfs vel een zweer zal geweest zijn, zo het genezen is;
Leviticus 13:37Maar indien die schurftheid, naar dat hij zien kan, is staande gebleven, en zwart haar daarop gewassen is, die schurftheid is genezen, hij is rein; daarom zal de priester hem rein verklaren.
Leviticus 14:3En de priester zal buiten het leger gaan; als de priester merken zal, dat, ziet, die plaag der melaatsheid van den melaatse genezen is;
Leviticus 14:48Maar als de priester zal weder ingegaan zijn, en zal merken, dat, ziet, die plaag aan dat huis niet uitgespreid is, nadat het huis zal bestreken zijn; zo zal de priester dat huis rein verklaren, dewijl die plaag genezen is.
Numeri 12:13Mozes dan riep tot den HEERE, zeggende: O God! heel haar toch!
Deuteronomium 28:27De HEERE zal u slaan met zweren van Egypte, en met spenen, en met droge schurft, en met krauwsel, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden.
Deuteronomium 28:35De HEERE zal u slaan met boze zweren, aan de knieen en aan de benen, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden, van uw voetzool af tot aan uw schedel.
Deuteronomium 32:39Ziet nu, dat Ik, Ik Die ben, en geen God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn hand redt!
1 Samuel 6:3Zij dan zeiden: Indien gij de ark des Gods van Israël wegzendt, zendt haar niet ledig weg, maar vergeldt Hem ganselijk een schuldoffer; dan zult gij genezen worden, en ulieden zal bekend worden, waarom Zijn hand van u niet afwijkt.
1 Koningen 18:30Toen zeide Elia tot het ganse volk: Nadert tot mij. En al het volk naderde tot hem; en hij heelde het altaar des HEEREN, dat verbroken was.
2 Koningen 2:21Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin, en zeide: Zo zegt de HEERE: Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden.
2 Koningen 2:22Alzo werd dat water gezond, tot op dezen dag, naar het woord van Elisa, dat hij gesproken had.
2 Koningen 8:29Toen keerde Joram, de koning wederom, opdat hij zich te Jizreel helen liet van de slagen, die hem de Syriers te Rama geslagen hadden, als hij streed tegen Hazael, den koning van Syrie; en Ahazia, de zoon van Jehoram, de koning van Juda, kwam af, om Joram, den zoon van Achab, te Jizreel te bezien, want hij was krank.
2 Koningen 9:15Maar de koning Joram was wedergekeerd, opdat hij zich te Jizreel helen liet van de slagen, die hem de Syriers geslagen hadden, als hij streed tegen Hazael, den koning van Syrie.) En Jehu zeide: Zo het ulieder wil is, laat niemand van de stad uittrekken, die ontkome, om [dit] in Jizreel te gaan verkondigen.
2 Koningen 20:5Keer weder en zeg tot Hizkia, den voorganger Mijns volks: Zo zegt de HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien; zie, Ik zal u gezond maken; aan den derden dag zult gij opgaan in het huis des HEEREN;
2 Koningen 20:8Hizkia nu had gezegd tot Jesaja: Welk is het teken, dat de HEERE mij gezond maken zal, en dat ik op den derden dag in des HEEREN huis zal opgaan?

Mede mogelijk dankzij

Hadderech