Spreuken 14:19 | De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen. |
Spreuken 14:32 | De goddeloze zal heengedreven worden in zijn kwaad; maar de rechtvaardige betrouwt [zelfs] in zijn dood. |
Spreuken 15:6 | [In] het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. |
Spreuken 15:8 | Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. |
Spreuken 15:9 | De weg der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben. |
Spreuken 15:28 | Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. |
Spreuken 15:29 | De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. |
Spreuken 16:4 | De HEERE heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil; ja, ook den goddeloze tot den dag des kwaads. |
Spreuken 17:15 | Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden. |
Spreuken 17:23 | De goddeloze zal het geschenk uit den schoot nemen, om de paden des rechts te buigen. |
Spreuken 18:3 | Als de goddeloze komt, komt ook de verachting en met schande versmaadheid. |
Spreuken 18:5 | Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen. |
Spreuken 19:28 | Een Belialsgetuige bespot het recht; en de mond der goddelozen slokt de ongerechtigheid in. |
Spreuken 20:26 | Een wijs koning verstrooit de goddelozen, en hij brengt het rad over hen. |
Spreuken 21:4 | Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, [en] de ploeging der goddelozen, zijn zonde. |
Spreuken 21:7 | De verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij weigeren recht te doen. |
Spreuken 21:10 | De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen. |
Spreuken 21:12 | De rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als [God] de goddelozen in het kwaad stort. |
Spreuken 21:18 | De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten. |
Spreuken 21:27 | Het offer der goddelozen is een gruwel; hoeveel te meer, als zij het met een schandelijk voornemen brengen! |