H7643 שְׂבָם
Shibmah, Sibmah, Shebam

Bijbelteksten

Numeri 32:3Ataroth, en Dibon, en Jaezer, en Nimra, en Hesbon, en Eleale, en Schebam, en Nebo, en Behon;
Numeri 32:38En Nebo, en Baal-meon, veranderd zijnde van naam, en Sibma; en zij noemden de namen der steden, die zij bouwden, met [andere] namen.
Jozua 13:19En Kirjathaim, en Sibma, en Zeret-hassahar op den berg des dals,
Jesaja 16:8Want de velden van Hesbon zijn verflauwd, [ook] de wijnstok van Sibma, de heren der heidenen hebben zijn uitgelezen planten verpletterd; zij reiken tot Jaezer toe, zij dwalen [door] de woestijn; hun scheuten zijn uitgespreid, zij zijn gegaan over zee.
Jesaja 16:9Daarom beween ik, in de wening over Jaezer, den wijnstok van Sibma, ik maak u doornat met mijn tranen, o Hesbon en Eleale! want het vreugdegeschrei over uw zomervruchten en over uw oogst is gevallen;
Jeremia 48:32Boven het geween van Jaezer zal Ik u bewenen, gij wijnstok van Sibma! uw wijnranken zijn over zee gegaan, zij hebben gereikt tot aan Jaezers zee; [maar] de verstoorder is gevallen op uw zomervruchten en op uw wijnoogst;

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel