Genesis 29:18 | En Jakob had Rachel lief; en hij zeide: Ik zal u zeven jaren dienen, om Rachel, uw kleinste dochter. |
Genesis 29:20 | Alzo diende Jakob om Rachel zeven jaren; en die waren in zijn ogen als enige dagen, omdat hij haar liefhad. |
Genesis 29:27 | Vervul de week van deze; dan zullen wij u ook die geven, voor den dienst, dien gij nog andere zeven jaren bij mij dienen zult. |
Genesis 29:30 | En hij ging ook in tot Rachel, en had ook Rachel liever dan Lea; en hij diende bij hem nog andere zeven jaren. |
Genesis 31:23 | Toen nam hij zijn broeders met zich, en jaagde hem achterna, een weg van zeven dagen, en hij kreeg hem op het gebergte van Gilead. |
Genesis 33:3 | En hij ging voorbij hun aangezicht heen, en hij boog zich zeven malen ter aarde, totdat hij bij zijn broeder kwam. |
Genesis 37:2 | Dit zijn Jakobs geschiedenissen. Jozef, zijnde een zoon van zeventien jaren, weidde de kudde met zijn broeders (en hij was een jongeling), met de zonen van Bilha, en de zonen van Zilpa, zijns vaders vrouwen; en Jozef bracht hun kwaad gerucht tot hun vader. |
Genesis 41:2 | En ziet, uit de rivier kwamen op zeven koeien, schoon van aanzien, en vet van vlees, en zij weidden in het gras. |
Genesis 41:3 | En ziet, zeven andere koeien kwamen na die op uit de rivier, lelijk van aanzien, en dun van vlees; en zij stonden bij [de andere] koeien aan den oever der rivier. |
Genesis 41:4 | En die koeien, lelijk van aanzien, en dun van vlees, aten op die zeven koeien, schoon van aanzien en vet. Toen ontwaakte Farao. |
Genesis 41:5 | Daarna sliep hij en droomde andermaal; en ziet, zeven aren rezen op, in een halm, vet en goed. |
Genesis 41:6 | En ziet, zeven dunne en van den oostenwind verzengde aren schoten na dezelve uit. |
Genesis 41:7 | En de dunne aren verslonden de zeven vette en volle aren. Toen ontwaakte Farao, en ziet, het was een droom. |
Genesis 41:18 | En zie, uit de rivier kwamen op zeven koeien, vet van vlees en schoon van gedaante, en zij weidden in het gras. |
Genesis 41:19 | En zie, zeven andere koeien kwamen op na deze, mager en zeer lelijk van gedaante, rank van vlees; ik heb dergelijke van lelijkheid niet gezien in het ganse Egypteland. |
Genesis 41:20 | En die ranke en lelijke koeien aten die eerste zeven vette koeien op; |
Genesis 41:22 | Daarna zag ik in mijn droom, en zie, zeven aren rezen op in een halm, vol en goed. |
Genesis 41:23 | En zie, zeven dorre, dunne [en] van den oostenwind verzengde aren, schoten na dezelve uit; |
Genesis 41:24 | En de zeven dunne aren verslonden die zeven goede aren. En ik heb het den tovenaars gezegd; maar er was niemand, die het mij verklaarde. |
Genesis 41:26 | Die zeven schone koeien zijn zeven jaren; die zeven schone aren zijn ook zeven jaren; de droom is een. |