Exodus 20:7 | Gij zult den Naam des HEEREN uws Gods niet ijdellijk gebruiken; want de HEERE zal niet onschuldig houden, die Zijn Naam ijdellijk gebruikt. |
Exodus 23:1 | Gij zult geen vals gerucht opnemen; en stelt uw hand niet bij den goddeloze, om een getuige tot geweld te zijn. |
Deuteronomium 5:11 | Gij zult den Naam des HEEREN, uws Gods, niet ijdellijk gebruiken; want de HEERE zal niet onschuldig houden dengene, die Zijn Naam ijdellijk gebruikt. |
Deuteronomium 5:20 | En gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste. |
Job 7:3 | Alzo zijn mij maanden der ijdelheid ten erve geworden, en nachten der moeite zijn mij voorbereid. |
Job 11:11 | Want Hij kent de ijdele lieden en Hij ziet de ondeugd; zou Hij dan niet aanmerken? |
Job 15:31 | Hij betrouwe niet op ijdelheid, [waardoor] hij verleid wordt; want ijdelheid zal zijn vergelding wezen. |
Job 31:5 | Zo ik met ijdelheid omgegaan heb, en mijn voet gesneld heeft tot bedriegerij; |
Job 35:13 | Gewisselijk zal God de ijdelheid niet verhoren, en de Almachtige zal die niet aanschouwen. |
Psalm 12:3 | Zij spreken valsheid, een ieder met zijn naaste, [met] vleiende lippen; zij spreken met een dubbel hart. |
Psalm 24:4 | Die rein van handen, en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid, en die niet bedriegelijk zweert; |
Psalm 26:4 | Ik zit niet bij ijdele lieden, en met bedekte lieden ga ik niet om. |
Psalm 31:7 | Ik haat degenen, die op valse ijdelheden acht nemen, en ik betrouw op den HEERE. |
Psalm 41:7 | En zo [iemand van hen] komt, om [mij] te zien, hij spreekt valsheid; zijn hart vergadert zich onrecht; gaat hij uit naar buiten, hij spreekt er van. |
Psalm 60:13 | Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid, want 's mensen heil is ijdelheid. |
Psalm 89:48 | Gedenk van hoedanige eeuw ik ben; waarom zoudt Gij aller mensenkinderen tevergeefs geschapen hebben? |
Psalm 108:13 | Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid; want des mensen heil is ijdelheid. |
Psalm 119:37 | Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen. |
Psalm 127:1 | Een lied Hammaaloth, van Salomo. Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. |
Psalm 127:2 | Het is tevergeefs, dat gijlieden vroeg opstaat, laat opblijft, eet brood der smarten; het is alzo, dat Hij het Zijn beminden [als in] den slaap geeft. |