H7737 שָׁוָה
profit, equal, laid, misc, compared, like, set

Bijbelteksten

2 Samuel 22:34Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en stelt mij op mijn hoogten.
Esther 3:8Want Haman had tot den koning Ahasveros gezegd: Er is een volk, verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen uws koninkrijks; en hun wetten zijn verscheiden van [de wetten] aller volken; ook doen zij des konings wetten niet; daarom is het den koning niet oorbaar hen te laten blijven.
Esther 5:13Doch dit alles baat mij niet, zo langen tijd als ik den Jood Mordechai zie zitten in de poort des konings.
Esther 7:4Want wij zijn verkocht, ik en mijn volk, dat men [ons] verdelge, dode en ombrenge. Indien wij nog tot knechten en tot dienstmaagden waren verkocht geweest, ik zou gezwegen hebben, ofschoon de onderdrukker de schade des konings geenszins zou kunnen vergoeden.
Job 33:27Hij zal de mensen aanschouwen, en zeggen: Ik heb gezondigd, en het recht verkeerd, hetwelk mij niet heeft gebaat;
Psalm 16:8Ik stel den HEERE geduriglijk voor mij, omdat Hij aan mijn rechterhand is, zal ik niet wankelen.
Psalm 18:34Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten.
Psalm 21:6Groot is zijn eer door Uw heil; majesteit en heerlijkheid hebt Gij hem toegevoegd.
Psalm 89:20Toen hebt Gij in een gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd: Ik heb hulp besteld bij een held; Ik heb een verkorene uit het volk verhoogd.
Psalm 119:30Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld.
Psalm 131:2Zo ik mijn ziel niet heb gezet en stil gehouden, gelijk een gespeend kind bij zijn moeder! Mijn ziel is als een gespeend kind in mij.
Spreuken 3:15Zij is kostelijker dan robijnen; en al wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken.
Spreuken 8:11Want wijsheid is beter dan robijnen, en al wat men begeren mag, is met haar niet te vergelijken.
Spreuken 26:4Antwoord den zot naar zijn dwaasheid niet, opdat gij ook hem niet gelijk wordt.
Spreuken 27:15Een gedurige druiping ten dage des slagregens en een kijfachtige huisvrouw zijn even gelijk.
Jesaja 28:25Is het niet alzo? Wanneer hij het bovenste van hetzelve effen gemaakt heeft, dan strooit hij wikken, en spreidt komijn, of hij werpt er van de beste tarwe in, of uitgelezen gerst, of spelt, elk aan zijn plaats.
Jesaja 38:13Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Jesaja 40:25Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken, dien Ik gelijk zij? zegt de Heilige.
Jesaja 46:5Wien zoudt gijlieden Mij nabeelden, en evengelijk maken, en Mij vergelijken, dat wij elkander gelijken zouden?
Klaagliederen 2:13[Mem.] Wat getuigen zal ik u brengen, wat zal ik bij u vergelijken, gij dochter Jeruzalems? Wat zal ik bij u vergelijken, dat ik u trooste, gij jonkvrouw, dochter Sions, want uw breuk is [zo] groot als de zee, wie kan u helen?

Mede mogelijk dankzij

Hadderech