H7789 שׁוּר
lay wait, observe, regard, see, , behold, look
Numeri 23:9 | Want van de hoogte der steenrotsen zie ik hem, en van de heuvelen aanschouw ik hem; ziet, dat volk zal alleen wonen, en het zal onder de heidenen niet gerekend worden. |
Numeri 24:17 | Ik zal hem zien, maar nu niet; ik zal hem aanschouwen, maar niet nabij. Er zal een ster voortgaan uit Jakob, en er zal een scepter uit Israel opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal al de kinderen van Seth verstoren. |
Job 7:8 | Het oog desgenen, die mij [nu] ziet, zal mij niet zien; uw ogen zullen op mij zijn; maar ik zal niet [meer] zijn. |
Job 17:15 | Waar zou dan nu mijn verwachting wezen? Ja, mijn verwachting, wie zal ze aanschouwen? |
Job 20:9 | Het oog, dat hem zag, zal het niet meer doen; en zijn plaats zal hem niet meer aanschouwen. |
Job 24:15 | Ook neemt het oog des overspelers de schemering waar, zeggende: Geen oog zal mij zien; en hij legt een deksel op het aangezicht. |
Job 33:14 | Maar God spreekt eens of tweemaal; doch men let niet daarop. |
Job 33:27 | Hij zal de mensen aanschouwen, en zeggen: Ik heb gezondigd, en het recht verkeerd, hetwelk mij niet heeft gebaat; |
Job 34:29 | Als Hij stilt, wie zal dan beroeren? Als Hij het aangezicht verbergt, wie zal Hem dan aanschouwen, zowel voor een volk, als voor een mens alleen? |
Job 35:5 | Bemerk den hemel en zie; en aanschouw de bovenste wolken, zij zijn hoger dan gij. |
Job 35:13 | Gewisselijk zal God de ijdelheid niet verhoren, en de Almachtige zal die niet aanschouwen. |
Job 35:14 | Dat gij ook gezegd hebt: Gij zult Hem niet aanschouwen; er is [nochtans] gericht voor Zijn aangezicht, wacht gij dan op Hem. |
Hooglied 4:8 | Bij Mij van den Libanon af, o bruid! kom bij Mij van den Libanon af; zie van den top van Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen der leeuwinnen, van de bergen der luipaarden. |
Jeremia 5:26 | Want onder Mijn volk worden goddelozen gevonden; een ieder van hen loert, gelijk zich de vogelvangers schikken; zij zetten een verderfelijken strik, zij vangen de mensen. |
Hosea 13:7 | Dies werd Ik hun als een felle leeuw; als een luipaard loerde Ik op den weg. |
Hosea 14:9 | Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb [hem] verhoord, en zal op hem zien; Ik zal [hem] zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. |