H7826 שַׁחַל
leeuw

Bijbelteksten

Job 4:10De brulling des leeuws, en de stem des fellen leeuws, en de tanden der jonge leeuwen worden verbroken.
Job 10:16Want zij verheft zich; gelijk een felle leeuw jaagt Gij mij; Gij keert weder en stelt U wonderlijk tegen mij.
Job 28:8De jonge hoogmoedige dieren hebben het niet betreden, de felle leeuw is daarover niet heengegaan.
Psalm 91:13Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw en den draak vertreden.
Spreuken 26:13De luiaard zegt: Er is een felle leeuw op den weg, een leeuw is op de straten.
Hosea 5:14Want Ik zal Efraim zijn als een felle leeuw, en den huize van Juda als een jonge leeuw; Ik, Ik zal verscheuren en henengaan; Ik zal wegvoeren, en er zal geen redder zijn.
Hosea 13:7Dies werd Ik hun als een felle leeuw; als een luipaard loerde Ik op den weg.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech