Job 4:10 | De brulling des leeuws, en de stem des fellen leeuws, en de tanden der jonge leeuwen worden verbroken. |
Job 10:16 | Want zij verheft zich; gelijk een felle leeuw jaagt Gij mij; Gij keert weder en stelt U wonderlijk tegen mij. |
Job 28:8 | De jonge hoogmoedige dieren hebben het niet betreden, de felle leeuw is daarover niet heengegaan. |
Psalm 91:13 | Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw en den draak vertreden. |
Spreuken 26:13 | De luiaard zegt: Er is een felle leeuw op den weg, een leeuw is op de straten. |
Hosea 5:14 | Want Ik zal Efraim zijn als een felle leeuw, en den huize van Juda als een jonge leeuw; Ik, Ik zal verscheuren en henengaan; Ik zal wegvoeren, en er zal geen redder zijn. |
Hosea 13:7 | Dies werd Ik hun als een felle leeuw; als een luipaard loerde Ik op den weg. |