Psalm 37:29 | De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen. |
Psalm 55:7 | Zodat ik zeg: Och, dat mij iemand vleugelen, als ener duive, gave! ik zou henenvliegen, waar ik blijven mocht. |
Psalm 65:5 | Welgelukzalig is hij, [dien] Gij verkiest, en doet naderen, dat hij wone in Uw voorhoven; wij zullen verzadigd worden met het goed van Uw huis, [met] het heilige van Uw paleis. |
Psalm 68:7 | Een God, Die de eenzamen zet in een huisgezin, uitvoert, die in boeien gevangen zijn; maar de afvalligen wonen in het dorre. |
Psalm 68:17 | Waarom springt gij op, gij bultige bergen? Dezen berg heeft God begeerd tot Zijn woning; ook zal er de HEERE wonen in eeuwigheid. |
Psalm 68:19 | Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen [om uit te delen] onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om [bij U] te wonen, o HEERE God! |
Psalm 69:37 | En het zaad Zijner knechten zal haar beerven; en de liefhebbers Zijns Naams zullen daarin wonen. |
Psalm 74:2 | Gedenk aan Uw vergadering, [die] Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, [die] Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt. |
Psalm 78:55 | En Hij verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer [hunner] erfenis, en deed de stammen Israels in hun tenten wonen. |
Psalm 78:60 | Dies verliet Hij den tabernakel te Silo, de tent, [die] Hij tot een woning gesteld had onder de mensen. |
Psalm 85:10 | Zekerlijk, Zijn heil is nabij degenen, die Hem vrezen, opdat in ons land eer wone. |
Psalm 94:17 | Ten ware dat de HEERE mij een Hulp geweest ware, mijn ziel had bijna in de stilte gewoond. |
Psalm 102:29 | De kinderen Uwer knechten zullen wonen, en hun zaad zal voor Uw aangezicht bevestigd worden. |
Psalm 104:12 | Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen de takken. |
Psalm 120:5 | O, wee mij, dat ik een vreemdeling ben [in] Mesech, dat ik in de tenten Kedars wone. |
Psalm 120:6 | Mijn ziel heeft lang gewoond bij degenen, die den vrede haten. |
Psalm 135:21 | Geloofd zij de HEERE uit Sion, Die te Jeruzalem woont. Hallelujah! |
Psalm 139:9 | Nam ik vleugelen des dageraads, woonde ik aan het uiterste der zee; |
Spreuken 1:33 | Maar die naar Mij hoort, zal zeker wonen, en hij zal gerust zijn van de vreze des kwaads. |
Spreuken 2:21 | Want de vromen zullen de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven; |