H8033 שָׁם
there, in it, thereout, thence, thither, therein, whither
Obadja 1:4 | Al verhieft gij u gelijk de arend, en al steldet gij uw nest tussen de sterren, zo zal Ik u van daar nederstoten, spreekt de HEERE. |
Jona 4:5 | Jona nu ging ter stad uit, en zette zich tegen het oosten der stad; en hij maakte zich aldaar een verdek, en zat daaronder in de schaduw, totdat hij zag, wat van de stad zou worden. |
Micha 2:3 | Daarom, alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik denk een kwaad over dit geslacht, waaruit gijlieden uw halzen niet zult uittrekken, en zult zo rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd zijn. |
Micha 4:10 | Lijd smart en arbeid om voort te brengen, o dochter Sions! als een barende [vrouw]; want nu zult gij [wel] uit de stad henen uitgaan, en op het veld wonen, en tot in Babel komen, [maar] aldaar zult gij gered worden; aldaar zal u de HEERE verlossen uit de hand uwer vijanden. |
Nahum 2:11 | Waar is [nu] de woning der leeuwen, en die weide der jonge leeuwen? Alwaar de leeuw, de oude leeuw, [en] het leeuwenwelp wandelde, en er was niemand, die [hen] verschrikte. |
Nahum 3:15 | Het vuur zal u aldaar verteren; het zwaard zal u uitroeien, het zal u afeten, als de kevers, vermeerder u als sprinkhanen. |
Habakuk 3:4 | En er was een glans als des lichts, Hij had hoornen aan Zijn hand, en aldaar was Zijn sterkte verborgen. |
Sefanja 1:14 | De grote dag des HEEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal aldaar bitterlijk schreeuwen. |
Haggai 2:15 | Toen antwoordde Haggai, en zeide: Alzo is dit volk, en alzo is deze natie voor Mijn aangezicht, spreekt de HEERE, en alzo is al het werk hunner handen; en wat zij daar offeren, dat is onrein. |
Zacharia 5:11 | En Hij zeide tot mij: Om haar een huis te bouwen in het land Sinear; dat zij daar gevestigd en gesteld worde op haar grondvesting. |