Genesis 46:13 | En de zonen van Issaschar: Tola, en Puwa, en Job, en Simron. |
Numeri 26:24 | Van Jasub het geslacht der Jasubieten; van Simron het geslacht der Simronieten. |
Jozua 11:1 | Het geschiedde daarna, als Jabin, de koning van Hazor, dit hoorde, zo zond hij tot Jobab, den koning van Madon, en tot den koning van Simron, en tot den koning van Achsaf, |
Jozua 19:15 | En Kattath, en Nahalal, en Simron, en Jidala, en Bethlehem; twaalf steden en haar dorpen. |
1 Kronieken 7:1 | De kinderen van Issaschar waren Thola en Pua, Jasib en Simron; vier. |