H8130 שָׂנֵא
haten

Bijbelteksten

Psalm 26:5Ik haat de vergadering der boosdoeners, en bij de goddelozen zit ik niet.
Psalm 31:7Ik haat degenen, die op valse ijdelheden acht nemen, en ik betrouw op den HEERE.
Psalm 34:22[Thau.] De boosheid zal den goddeloze doden; en die den rechtvaardige haten, zullen schuldig verklaard worden.
Psalm 35:19Laat hen zich niet verblijden over mij, die mij om valse oorzaken vijand zijn; [noch] wenken met de ogen, die mij zonder oorzaak haten.
Psalm 36:3Want hij vleit zichzelven in zijn ogen, als men zijn ongerechtigheid bevindt, [die] te haten is.
Psalm 38:20Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot.
Psalm 41:8Al mijn haters mompelen te zamen tegen mij; ze bedenken tegen mij, hetgeen mij kwaad is, [zeggende:]
Psalm 44:8Maar Gij verlost ons van onze wederpartijders, en Gij maakt onze haters beschaamd.
Psalm 44:11Gij doet ons achterwaarts keren van den wederpartijder; en onze haters beroven [ons] voor zich.
Psalm 45:8Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten.
Psalm 50:17Dewijl gij de kastijding haat, en Mijn woorden achter u henenwerpt.
Psalm 55:13Want het is geen vijand, [die] mij hoont, anders zou ik het hebben gedragen; het is mijn hater niet, [die] zich tegen mij groot maakt, anders zou ik mij voor hem verborgen hebben.
Psalm 68:2God zal opstaan, Zijn vijanden zullen verstrooid worden, en Zijn haters zullen van Zijn aangezicht vlieden.
Psalm 69:5Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven.
Psalm 69:15Ruk mij uit het slijk, en laat mij niet verzinken; laat mij gered worden van mijn haters, en uit de diepten der wateren.
Psalm 81:16Die den HEERE haten, zouden zich Hem geveinsdelijk onderworpen hebben, maar hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn.
Psalm 83:3Want zie, Uw vijanden maken getier, en Uw haters steken het hoofd op.
Psalm 86:17Doe aan mij een teken ten goede, opdat het mijn haters zien, en beschaamd worden, als Gij, HEERE! mij geholpen, en mij getroost zult hebben.
Psalm 89:24Maar Ik zal zijn wederpartijders verpletteren voor zijn aangezicht, en die hem haten, zal Ik plagen.
Psalm 97:10Gij liefhebbers des HEEREN! haat het kwade; Hij bewaart de zielen Zijner gunstgenoten; Hij redt hen uit der goddelozen hand.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken