H8147 שְׁנַיִם
both, two, twelve +, twelfth +,
Job 39:38 | Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden; of tweemaal, maar zal niet voortvaren. |
Job 42:7 | Het geschiedde nu, nadat de HEERE die woorden tot Job gesproken had, dat de HEERE tot Elifaz, den Themaniet, zeide: Mijn toorn is ontstoken tegen u, en tegen uw twee vrienden, want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job. |
Psalm 60:2 | Als hij gevochten had met de Syriers van Mesopotamie, en met de Syriers van Zoba; en Joab wederkwam, en de Edomieten sloeg in het Zoutdal, twaalf duizend. |
Psalm 62:12 | God heeft een ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de sterkte Godes is. |
Spreuken 17:15 | Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden. |
Spreuken 20:10 | Tweeerlei weegsteen, tweeerlei efa is den HEERE een gruwel, ja die beide. |
Spreuken 20:12 | Een horend oor, en een ziend oog heeft de HEERE gemaakt, ja, die beide. |
Spreuken 24:22 | Want hun verderf zal haastelijk ontstaan; en wie weet hun beider ondergang? |
Spreuken 27:3 | Een steen is zwaar, en het zand gewichtig; maar de toornigheid des dwazen is zwaarder dan die beide. |
Spreuken 29:13 | De arme en de bedrieger ontmoeten elkander; de HEERE verlicht hun beider ogen. |
Spreuken 30:7 | Twee dingen heb ik van U begeerd, onthoud ze mij niet, eer ik sterve: |
Spreuken 30:15 | De bloedzuiger heeft twee dochters: Geef, geef! Deze drie dingen worden niet verzadigd; [ja,] vier zeggen niet: Het is genoeg! |
Prediker 4:3 | Ja, hij is beter dan die beiden, die nog niet geweest is, die niet gezien heeft het boze werk, dat onder de zon geschiedt. |
Prediker 4:9 | Twee zijn beter dan een; want zij hebben een goede beloning van hun arbeid; |
Prediker 4:11 | Ook, indien twee te zamen liggen, zo hebben zij warmte; maar hoe zou een [alleen] warm worden? |
Prediker 4:12 | En indien iemand den een mocht overweldigen, zo zullen de twee tegen hem bestaan; en een drievoudig snoer wordt niet haast gebroken. |
Prediker 11:6 | Zaai uw zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide te zamen goed zijn zullen. |
Hooglied 4:5 | Uw twee borsten zijn gelijk twee welpen, tweelingen van een ree, die onder de lelien weiden. |
Hooglied 7:3 | Uw twee borsten zijn als twee welpen, tweelingen van een ree. |
Jesaja 1:31 | En de sterke zal wezen tot grof vlas, en zijn werkmeester tot een vonk, en zij zullen beiden te zamen branden, en er zal geen uitblusser wezen. |