Richteren 2:14 | Zo ontstak des HEEREN toorn tegen Israel, en Hij gaf hen in de hand der rovers, die hen beroofden; en Hij verkocht hen in de hand hunner vijanden rondom; en zij konden niet meer bestaan voor het aangezicht hunner vijanden. |
1 Samuel 17:53 | Daarna keerden de kinderen Israels om, van het hittig najagen der Filistijnen, en zij beroofden hun legers. |
Psalm 89:42 | Allen, die den weg voorbijgingen, hebben hem beroofd; zijn naburen is hij tot een smaad geweest. |
Jesaja 13:16 | Ook zullen hun kinderkens voor hun ogen verpletterd worden; hun huizen zullen geplunderd, en hun vrouwen geschonden worden. |
Zacharia 14:2 | Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden. |