H8179 שַׁעַר
porters, city, gate, port, door
Esther 5:9 | Toen ging Haman ten zelfden dage uit, vrolijk en goedsmoeds; maar toen Haman Mordechai zag in de poort des konings, en dat hij niet opstond, noch zich voor hem bewoog, zo werd Haman vervuld met grimmigheid op Mordechai. |
Esther 5:13 | Doch dit alles baat mij niet, zo langen tijd als ik den Jood Mordechai zie zitten in de poort des konings. |
Esther 6:10 | Toen zeide de koning tot Haman: Haast u, neem dat kleed, en dat paard, gelijk als gij gesproken hebt, en doe alzo aan Mordechai, den Jood, dien aan de poort des konings zit; en laat niet een woord vallen van alles, wat gij gesproken hebt. |
Esther 6:12 | Daarna keerde Mordechai wederom tot de poort des konings; maar Haman werd voortgedreven naar zijn huis, treurig en met bedekten hoofde. |
Job 5:4 | Verre waren zijn zonen van heil; en zij werden verbrijzeld in de poort, en er was geen verlosser. |
Job 29:7 | Toen ik uitging naar de poort door de stad, [toen] ik mijn stoel op de straat liet bereiden. |
Job 31:21 | Zo ik mijn hand tegen den wees bewogen heb, omdat ik in de poort mijn hulp zag; |
Job 38:17 | Zijn u de poorten des doods ontdekt, en hebt gij gezien de poorten van de schaduw des doods? |
Psalm 9:14 | Wees mij genadig, HEERE, zie mijn ellende aan, van mijn haters [mij aangedaan], Gij, Die mij verhoogt uit de poorten des doods; |
Psalm 9:15 | Opdat ik Uw gansen lof in de poorten der dochter van Sion vertelle, dat ik mij verheuge in Uw heil. |
Psalm 24:7 | Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga! |
Psalm 24:9 | Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga! |
Psalm 69:13 | Die in de poort zitten, klappen van mij; en ik ben een snarenspel dergenen, die sterken drank drinken. |
Psalm 87:2 | De HEERE bemint de poorten van Sion boven alle woningen van Jakob. |
Psalm 100:4 | Gaat in tot Zijn poorten met lof, in Zijn voorhoven met lofgezang; looft Hem, prijst Zijn Naam. |
Psalm 107:18 | Hun ziel gruwelde van alle spijze, en zij waren tot aan de poorten des doods gekomen. |
Psalm 118:19 | Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven. |
Psalm 118:20 | Dit is de poort des HEEREN, door dewelke de rechtvaardigen zullen ingaan. |
Psalm 122:2 | Onze voeten zijn staande in uw poorten, o Jeruzalem! |
Psalm 127:5 | Welgelukzalig is de man, die zijn pijlkoker met dezelve gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden, als zij met de vijanden spreken zullen in de poort. |