H8193 שָׂפָה
rand, lip, bank, taal,

Bijbelteksten

Psalm 12:5Die daar zeggen: Wij zullen de overhand hebben met onze tong; onze lippen zijn onze! Wie is heer over ons?
Psalm 16:4De smarten dergenen, die een anderen [God] begiftigen, zullen vermenigvuldigd worden; ik zal hun drankofferen van bloed niet offeren, en hun namen op mijn lippen niet nemen.
Psalm 17:1Een gebed van David. HEERE! hoor de gerechtigheid, merk op mijn geschrei, neem ter ore mijn gebed, met onbedriegelijke lippen [gesproken].
Psalm 17:4Aangaande de handelingen des mensen, ik heb mij, naar het woord Uwer lippen, gewacht voor de paden des inbrekers;
Psalm 21:3Gij hebt hem zijns harten wens gegeven, en de uitspraak zijner lippen hebt Gij niet geweerd. Sela.
Psalm 22:8Allen, die mij zien, bespotten mij; zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd, [zeggende:]
Psalm 31:19Laat de valse lippen stom worden, die hard spreken tegen den rechtvaardige, in hoogmoed en verachting.
Psalm 34:14[Nun.] Bewaar uw tong van het kwaad, en uw lippen van bedrog te spreken.
Psalm 40:10Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het.
Psalm 45:3Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid.
Psalm 51:17Heere, open mijn lippen, zo zal mijn mond Uw lof verkondigen.
Psalm 59:8Zie, zij storten overvloediglijk uit met hun mond; zwaarden zijn op hun lippen; want wie hoort het?
Psalm 59:13[Om] de zonde huns monds, [om] het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, [die] zij vertellen.
Psalm 63:4Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zouden U prijzen.
Psalm 63:6Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende lippen.
Psalm 66:14Die mijn lippen hebben geuit, en mijn mond heeft uitgesproken, als mij bange was.
Psalm 71:23Mijn lippen zullen juichen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij verlost hebt.
Psalm 81:6Hij heeft het gezet tot een getuigenis in Jozef, als Hij uitgetogen was tegen Egypteland; [alwaar] ik gehoord heb een spraak, die ik niet verstond;
Psalm 89:35Ik zal Mijn verbond niet ontheiligen, en hetgeen uit Mijn lippen gegaan is, zal Ik niet veranderen.
Psalm 106:33Want zij verbitterden zijn geest, zodat hij [wat] onbedachtelijk voortbracht met zijn lippen.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs