Genesis 46:13 | En de zonen van Issaschar: Tola, en Puwa, en Job, en Simron. |
Numeri 26:23 | De zonen van Issaschar, naar hun geslachten, waren: [van] Tola het geslacht der Tolaieten; van Puva het geslacht der Punieten; |
Richteren 10:1 | Na Abimelech nu stond op, om Israel te behouden, Thola, een zoon van Pua, zoon van Dodo, een man van Issaschar; en hij woonde te Samir, op het gebergte van Efraim. |
1 Kronieken 7:1 | De kinderen van Issaschar waren Thola en Pua, Jasib en Simron; vier. |
1 Kronieken 7:2 | De kinderen van Thola nu waren Uzzi, en Refaja, en Jeriel, en Jachmai, en Jibsam, en Samuel; hoofden van de huizen hunner vaderen, van Thola, kloeke helden in hun geslachten; hun getal was in de dagen van David twee en twintig duizend en zeshonderd. |