H8481 תַּחְתּוֹן
lowest, nethermost, lower, nether
Jozua 16:3 | En het gaat af tegen het westen naar de landpale Jafleti, tot aan de landpale van het benedenste Beth-horon, en tot Gezer; en haar uitgangen zijn aan de zee. |
Jozua 18:13 | En van daar gaat de landpale door naar Luz, aan de zijde van Luz, welke is Beth-el, zuidwaarts; en deze landpale gaat af naar Atroth-addar, aan den berg, die aan de zuidzijde van het benedenste Beth-horon is. |
1 Koningen 6:6 | De onderste kamer was van vijf ellen in haar breedte, en de middelste van zes ellen in haar breedte, en de derde van zeven ellen in haar breedte; want hij had aan het huis rondom buitenwaarts inkortingen gemaakt, opdat zij zich niet hielden in de wanden van het huis. |
1 Koningen 9:17 | Alzo bouwde Salomo Gezer, en het lage Beth-horon. |
1 Kronieken 7:24 | Zijn dochter nu was Seera, die bouwde het lage en het hoge Beth-horon, en Uzzen-seera. |
2 Kronieken 8:5 | Ook bouwde hij het hoge Beth-horon en het neder Beth-horon, vaste steden met muren, deuren en grendelen; |
Jesaja 22:9 | En gijlieden zult bezien de reten der stad Davids, omdat zij vele zijn; en gij zult de wateren des ondersten vijvers vergaderen. |
Ezechiel 40:18 | Het plaveisel nu was aan de zijde van de poorten, tegenover de lengte van de poorten; [dit] was het benedenste plaveisel. |
Ezechiel 40:19 | En hij mat de breedte, van het voorste deel der benedenste poort af, voor aan het binnenste voorhof, van buiten, honderd ellen, oostwaarts en noordwaarts. |
Ezechiel 41:7 | En het was voor de zijkameren opwaarts naar boven al wijder, en gaf zich rondom; want het huis was omsingeld opwaarts naar boven, rondom het huis henen; daarom was de breedte des huizes naar boven; en alzo ging het onderste op naar het bovenste door het middelste. |
Ezechiel 42:5 | De bovenste kameren nu waren nauwer (omdat de galerijen hoger waren dan dezelve), dan de onderste en dan de middelste des gebouws. |
Ezechiel 42:6 | Want zij waren wel van drie [rijen], maar hadden geen pilaren gelijk de pilaren der voorhoven; daarom waren zij benauwder dan de onderste en dan de middelste van de aarde af. |
Ezechiel 43:14 | Van den boezem nu [op] de aarde tot aan het onderste afzetsel, twee ellen; en de breedte een el; en van het kleinste afzetsel tot aan het grootste afzetsel, vier ellen, en de breedte een el. |