H8525 תֶּלֶם
ridge, furrow

Bijbelteksten

Job 31:38Zo mijn land tegen mij roept, en zijn voren te zamen wenen;
Job 39:13Zult gij den eenhoorn met zijn touw aan de voren binden? Zal hij de laagten achter u eggen?
Psalm 65:11Gij maakt zijn opgeploegde aarde dronken; Gij doet ze dalen [in] zijn voren; Gij maakt het week door de druppelen; Gij zegent zijn uitspruitsel.
Hosea 10:4Zij hebben woorden gesproken, valselijk zwerende [in het] verbond maken; daarom zal het oordeel als een vergiftig kruid groenen, op de voren der velden.
Hosea 12:12Zekerlijk is Gilead ongerechtigheid, zij zijn enkel ijdelheid; te Gilgal offeren zij ossen, ja, hun altaren zijn als [steen]hopen op de voren der velden.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken