H8551 תָּמַךְ
grijpen, vasthouden

Bijbelteksten

Genesis 48:17Toen Jozef zag, dat zijn vader zijn rechterhand op het hoofd van Efraim legde, zo was het kwaad in zijn ogen, en hij ondervatte zijns vaders hand, om die van het hoofd van Efraim op het hoofd van Manasse af te brengen.
Exodus 17:12Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aaron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, en de ander op de andere [zijde]; alzo waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging.
Job 36:17Maar gij hebt het gericht des goddelozen vervuld; het gericht en het recht houden [u] vast.
Psalm 16:5De HEERE is het deel mijner erve, en mijns bekers; Gij onderhoudt mijn lot.
Psalm 17:5Houdende mijn gangen in Uw sporen, opdat mijn voetstappen niet zouden wankelen.
Psalm 41:13Want mij aangaande, Gij onderhoudt mij in mijn oprechtigheid, en Gij stelt mij voor Uw aangezicht in eeuwigheid.
Psalm 63:9Mijn ziel kleeft U achteraan; Uw rechterhand ondersteunt mij.
Spreuken 3:18Zij is een boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vasthoudt, wordt gelukzalig.
Spreuken 4:4Hij nu leerde mij, en zeide tot mij: Uw hart houde mijn woorden vast, onderhoud mijn geboden, en leef.
Spreuken 5:5Haar voeten dalen naar den dood, haar treden houden de hel vast.
Spreuken 5:22Den goddeloze zullen zijn ongerechtigheden vangen, en met de banden zijner zonden zal hij vastgehouden worden.
Spreuken 11:16Een aangename huisvrouw houdt de eer vast, gelijk de geweldigen den rijkdom vasthouden.
Spreuken 28:17Een mens, gedrukt om het bloed ener ziel, zal naar den kuil toevlieden; men ondersteune hem niet!
Spreuken 29:23De hoogmoed des mensen zal hem vernederen; maar de nederige van geest zal de eer vasthouden.
Spreuken 31:19[Jod.] Zij steekt haar handen uit naar de spil, en haar handpalmen vatten den spinrok.
Jesaja 33:15Die in gerechtigheden wandelt, en die billijkheden spreekt; die het gewin der onderdrukkingen verwerpt; die zijn handen uitschudt, dat zij geen geschenken behouden; die zijn oor stopt, dat hij geen bloedschulden hore, en zijn ogen toesluit; dat hij het kwade niet aanzie;
Jesaja 41:10Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid.
Jesaja 42:1Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, [in Denwelken] Mijn ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn geest op Hem gegeven; Hij zal het recht den heidenen voortbrengen.
Amos 1:5En Ik zal den grendel van Damaskus verbreken, en zal uitroeien den inwoner van Bikeat-aven, en dien, die den scepter houdt, uit Beth-eden; en het volk van Syrie zal gevankelijk weggevoerd worden naar Kir, zegt de HEERE.
Amos 1:8En Ik zal den inwoner uitroeien uit Asdod, en dien, die den scepter houdt, uit Askelon; en Ik zal Mijn hand wenden tegen Ekron, en het overblijfsel der Filistijnen zal vergaan, zegt de Heere HEERE.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel