Exodus 15:27 | Toen kwamen zij te Elim, en daar waren twaalf waterfonteinen, en zeventig palmbomen; en zij legerden zich aldaar aan de wateren. |
Leviticus 23:40 | En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn. |
Numeri 33:9 | En zij verreisden van Mara, en kwamen te Elim; in Elim nu waren twaalf waterfonteinen en zeventig palmbomen, en zij legerden zich aldaar. |
Deuteronomium 34:3 | En het Zuiden, en het effen veld der vallei van Jericho, de palmstad, tot Zoar toe. |
Richteren 1:16 | De kinderen van den Keniet, den schoonvader van Mozes, togen ook uit de Palmstad op, met de kinderen van Juda, naar de woestijn van Juda, die tegen het zuiden van Harad is; en zij gingen heen en woonden met het volk. |
Richteren 3:13 | En hij vergaderde tot zich de kinderen Ammons en de Amalekieten en hij toog heen, en sloeg Israel, en zij namen de Palmstad in bezit. |
2 Kronieken 28:15 | De mannen nu, die met namen uitgedrukt zijn, maakten zich op, en grepen de gevangenen, en kleedden van den roof al hun naakten; en zij kleedden hen, en schoeiden hen, en spijsden hen, en drenkten hen, en zalfden hen, en voerden ze op ezelen, allen die zwak waren, en brachten hen te Jericho, de Palmstad, bij hun broederen; daarna keerden zij weder naar Samaria. |
Nehemia 8:16 | En dat zij het zouden luidbaar maken, en een stem laten doorgaan door al hun steden, en te Jeruzalem, zeggende: Gaat uit op het gebergte, en haalt takken van olijfbomen, en takken van [andere] olieachtige bomen, en takken van mirtebomen, en takken van palmbomen, en takken van [andere] dichte bomen, om loofhutten te maken, als er geschreven is. |
Psalm 92:13 | De rechtvaardige zal groeien als een palmboom; hij zal wassen als een cederboom op Libanon. |
Hooglied 7:7 | Deze uw lengte is te vergelijken bij een palmboom, en uw borsten bij [druif]trossen. |
Hooglied 7:8 | Ik zeide: Ik zal op den palmboom klimmen, ik zal zijn takken grijpen; zo zullen dan uw borsten zijn als [druif]trossen aan den wijnstok, en de reuk van uw neus als appelen. |
Joel 1:12 | De wijnstok is verdord, de vijgeboom is flauw; de granaatappelboom, ook de palmboom en appelboom; alle bomen des velds zijn verdord; ja de vrolijkheid is verdord van de mensenkinderen. |