Genesis 2:21 | Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe [met] vlees. |
Genesis 15:12 | En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, [en] grote duisternis viel op hem. |
1 Samuel 26:12 | Zo nam David de spies en de waterfles van Sauls hoofdeinde, en zij gingen heen; en er was niemand, die het zag, en niemand, die het merkte, ook niemand, die ontwaakte; want zij sliepen allen; want er was een diepe slaap des HEEREN op hen gevallen. |
Job 4:13 | Onder de gedachten van de gezichten des nachts, als diepe slaap valt op de mensen; |
Job 33:15 | In den droom, [door] het gezicht des nachts, als een diepe slaap op de lieden valt, in de sluimering op het leger; |
Spreuken 19:15 | Luiheid doet in diepen slaap vallen; en een bedriegelijke ziel zal hongeren. |
Jesaja 29:10 | Want de HEERE heeft over ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten; de profeten, en uw hoofden, [en] de zieners heeft Hij verblind. |