H8663 תְּשֻׁאָה
shouting, crying, stirs, noise

Bijbelteksten

Job 36:29Kan men ook verstaan de uitbreidingen der wolken, [en] de krakingen Zijner hutte?
Job 39:10Hij belacht het gewoel der stad; het menigerlei getier des drijvers hoort hij niet.
Jesaja 22:2Gij, die vol van groot gedruis waart, gij woelige stad, gij, vrolijk huppelende stad! Uw verslagenen zijn niet verslagen met het zwaard, noch gestorven in den strijd.
Zacharia 4:7Wie zijt gij, o grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel zult gij worden tot een vlak veld; want hij zal den hoofdsteen voortbrengen [met] toeroepingen: Genade, genade zij denzelven!

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken