Genesis 5:16 | En Mahalal-el leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:17 | Zo waren al de dagen van Mahalal-el achthonderd vijf en negentig jaren; en hij stierf. |
Genesis 5:18 | En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch. |
Genesis 5:19 | En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:20 | Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd twee en zestig jaren; en hij stierf. |
Genesis 5:21 | En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach. |
Genesis 5:22 | En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:23 | Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren. |
Genesis 5:24 | Henoch dan wandelde met God; en hij was niet [meer]; want God nam hem weg. |
Genesis 5:25 | En Methusalach leefde honderd zeven en tachtig jaren, en hij gewon Lamech. |
Genesis 5:26 | En Methusalach leefde, nadat hij Lamech gewonnen had, zevenhonderd twee en tachtig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:27 | Zo waren al de dagen van Methusalach negenhonderd negen en zestig jaren; en hij stierf. |
Genesis 5:28 | En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een zoon. |
Genesis 5:29 | En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de HEERE vervloekt heeft! |
Genesis 5:30 | En Lamech leefde, nadat hij Noach gewonnen had, vijfhonderd vijf en negentig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
Genesis 5:31 | Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeven en zeventig jaren; en hij stierf. |
Genesis 5:32 | En Noach was vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth. |
Genesis 6:1 | En het geschiedde, als de mensen op den aardbodem begonnen te vermenigvuldigen, en hun dochters geboren werden, |
Genesis 6:2 | Dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkozen hadden. |
Genesis 6:3 | Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren. |