h857 אָתָה
verschijnen, komen, overvallen, naderen, aanrukken, overvallen
Deuteronomium 33:2 | Hij zeide dan: De HEERE is van Sinai gekomen, en is hunlieden opgegaan van Seir; Hij is blinkende verschenen van het gebergte Paran, en is aangekomen met tien duizenden der heiligen; tot Zijn rechterhand was een vurige wet aan hen. |
Deuteronomium 33:21 | En hij heeft zich van het eerste voorzien, omdat hij aldaar [in] het deel des wetgevers bedekt was; daarom kwam hij met de hoofden des volks; hij verrichtte de gerechtigheid des HEEREN, en zijn gerichten met Israël. |
Job 3:25 | Want ik vreesde een vreze, en zij is mij aangekomen; en wat ik schroomde, is mij overkomen. |
Job 16:22 | Want [weinige] jaren in getal zullen er [nog] aankomen, en ik zal het pad henengaan, [waardoor] ik niet zal wederkeren. |
Job 30:14 | Zij komen aan, als door een wijde breuk; onder de verwoesting rollen zij zich aan. |
Job 37:22 | [Als] van het noorden het goud komt; [maar] bij God is een vreselijke majesteit! |
Psalm 68:32 | Prinselijke gezanten zullen komen uit Egypte; Morenland zal zich haasten zijn handen tot God uit te strekken. |
Spreuken 1:27 | Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt; |
Jesaja 21:12 | De wachter zeide: De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt. |
Jesaja 21:14 | Komt den dorstige tegemoet [met] water; de inwoners des lands van Thema zijn den vluchtende met zijn brood bejegend. |
Jesaja 41:5 | De eilanden zagen het, en zij vreesden; de einden der aarde beefden; zij naderden en kwamen toe; |
Jesaja 41:23 | Verkondigt dingen, die hierna komen zullen, opdat wij weten, dat gij goden zijt; ja, doet goed, en doet kwaad, dat wij verbaasd staan, en te zamen toezien. |
Jesaja 41:25 | Ik verwek [een] van het noorden, en hij zal opkomen van den opgang der zon; hij zal Mijn Naam aanroepen; en hij zal komen [over] de overheden als [over] leem, en gelijk een pottenbakker het slijk treedt. |
Jesaja 44:7 | En wie zal, gelijk als Ik, roepen en het verkondigen, en het ordentelijk voor Mij stellen, sedert dat Ik een eeuwig volk gesteld heb? en laat ze de toekomstige dingen, en die komen zullen, hun verkondigen. |
Jesaja 45:11 | Alzo zegt de HEERE, de Heilige Israels, en deszelfs Formeerder: Zij hebben Mij van toekomende dingen gevraagd; van Mijn kinderen, zoudt gij Mij van het werk Mijner handen bevel geven? |
Jesaja 56:9 | Al gij gedierten des velds, komt om te eten, [ja,] al gij gedierten in het woud! |
Jesaja 56:12 | Komt herwaarts, [zeggen zij:] ik zal wijn halen, en wij zullen sterken drank zuipen; en de dag van morgen zal zijn als deze, [ja,] groter, veel treffelijker. |
Jeremia 3:22 | Keert weder, gij afkerige kinderen! Ik zal uw afkeringen genezen. Zie, [hier] zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt de HEERE, onze God! |
Jeremia 12:9 | Mijn erfenis is Mij een gesprenkelde vogel; de vogelen zijn rondom tegen haar; komt aan, verzamelt, al gij gedierte des velds, komt om te eten! |
Micha 4:8 | En gij Schaapstoren, gij Ofel der dochter Sions! tot u zal komen, ja, daar zal komen de vorige heerschappij, het koninkrijk der dochteren van Jeruzalem. |