Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
zn m van een verouderd primair werkwoord, dello (waarschijnlijk met de betekenis van in de val lokken).
list, bedrog
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
δόλος, -ου, ὁ, 1. in Hom., a bait. 2. a snare. 3. In the abstract, craft, deceit: Mt 26:4, Mk 7:22 14:1, Jo 1:47, Ac 13:10, Ro 1:29, II Co 12:16, I Th 2:3, I Pe 2:1, 22 3:10 (LXX) (λαλῆσαι δ.).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
δόλος