Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
ἱππεύς, -έως (on acc. pl., -εῖς, ν. Bl., § 8, 2; Thack., Gr., 148),ὁ (< ἵππος), [in LXX chiefly for פָּרָשׁ H6571;] a horseman: Ac 23:23, 32.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
ἱππ-εύς,