Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
** ἱππικός, -ή, -όν (< ἵππος), [in LXX: I Mac 15:33, III Mac 1:1*;] of a horse or of horsemen, equestrian; as subst., τὸ ἱ. (sc. στράτευμα), cavalry: He 9:16.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
ἱππικός, ή, όν,