Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
Καίν (Τ, Κάϊν), ὁ, indecl. (in FlJ, Κάϊς, -ιος), (Heb. קַיִן H7013; Ge 4:1), Cain: He 11:4, I Jn 3:12, Ju 11.†