G2935_κτήτωρ
eigenaar, bezitter
Taal: Grieks

Statistieken

Komt 1x voor in 1 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ktēto̱r,
Bronnen

Lexicon G. Abbott-Smith

Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)

**† κτήτωρ, -ορος, ὁ (κτάομαι), [in Sm.: Jl 1:11*;] a possessor: Ac 4:34.†

Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon

Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)

κτή-τωρ, ορος, ὁ,
  possessor, owner, Diodorus Siculus Historicus 34 / 5.2.31, “POxy.” 237 viii 31 (1st c.AD), Apollonius Dyscolus Grammaticus “de Pronominibus;” 22.6, “Anthologia Graeca” 7.206 (Damocharis Epigrammaticus), Procopius Caesariensis Historicus “Historia Arcana” 26: with gen., οἰκιῶν κ. NT.Act.4.34.

Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden

Grieks κτάομαι G2932 "verkrijgen, bezitten, verwerven (zich), trouwen (met een vrouw)"; Grieks πάρεσις G3929 "over het hoofd zien, verwaarlozen, vergeven";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Hadderech