G2939_κτίστης
grondlegger, schepper
Taal: Grieks

Statistieken

Komt 1x voor in 1 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ktisti̱s̱,
Bronnen

Lexicon G. Abbott-Smith

Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)

κτίστης, -ου, ὁ (< κτίζω), [in LXX: II Ki 22:32 (Heb., al.), Jth 9:12, Si 24:8, II, IV Mac5*;] 1. (cl.) a founder. 2. a creator: of God, I Pe 4:19.†

Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon

Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)

κτίσ-της, ου, ὁ,
  founder, Aristoteles Philosophus “Fragmenta” 484, “OGI” 111.9 (Egypt, 2nd c.BC), Lucianus Sophista “Macr.” 13 ; of Apollo as founder of Cyrene, “Berl.Sitzb.” 1903.85: pl., Callias Epigrammaticus “Aet.Oxy.” 2080.64 ; ὁ τῆς στοᾶς κ., i.e. Zeno, Athenaeus Epigrammaticus 8.345c, 3rd c.AD(?): Diogenes Laertius 2.120: metaph., ἰατρικῆς κ. “IG” 14.1759.
__2 builder, POxy. 2144.8 (3rd c.AD).
__II restorer, τῆς πατρίδος Plutarchus Biographus et Philosophus “Cicero” 22.
__III “Creator”, ὁ κ. ἁπάντων LXX.Sir.24.8, al.

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks κτίζω G2936 "scheppen, stichten, bevolken";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken