G3124_Μάλχος
Malchus
Taal: Grieks

Onderwerpen

Malchus,

Statistieken

Komt 1x voor in 1 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

Malchus mal'-kus (Malchos, van melekh, i.e. "koning"); Persoon die aanwezig was bij de arrestatie van Jezus. Petrus sloeg zijn rechteroor eraf, welke vervolgens door Jezus weer werd genezen.


Bronnen

Lexicon G. Abbott-Smith

Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)

Μάλχος, -ου, ὁ (Hellenistic form of Heb. מֶלֶךְ H4429), Malchus: Jo 18:10.†

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws מֶלֶךְ H4429 "Hammelech, Melech";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Hadderech