Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Malchus mal'-kus (Malchos, van melekh, i.e. "koning"); Persoon die aanwezig was bij de arrestatie van Jezus. Petrus sloeg zijn rechteroor eraf, welke vervolgens door Jezus weer werd genezen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
Μάλχος, -ου, ὁ (Hellenistic form of Heb. מֶלֶךְ H4429), Malchus: Jo 18:10.†Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!