Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
μίασμα, -τος, τό (< μιαίνω), chiefly in trag. and late writers; [in LXX: Le 7:8 (18) (פִּגּוּל H6292), Je 39 (32):34 (שִׁקּוּץ H8251), Ez 33:31 (בֶּצַע H1215), Jth 9:2, 4 13:16, I Mac 13:50*;] a stain, defilement: pl., II Pe 2:20.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
μί-ασμα ῐ, ατος, τό,Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!