Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
νηστεύω (< νῆστις), [in LXX for צוּם H6684;] to fast (Arist., Aristoph., al.): Mt 4:2 6:16-18 9:14, 15, Mk 2:18-20, Lk 5:33-35 18:12, Ac 13:2, 3.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
νηστ-εύω,