Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
πῆχυς, -εως, gen. pl., -ῶν (for Att. -εων, v. WH, App., 157; Thackeray, Gr., 151; Deiss., BS, 153), [in LXX chiefly and freq. for אַמָּה H520;] 1. the forearm (Hom.). 2. As a measure of length, a cubit: Mt 6:27, Lk 12:25, Jo 21:8, Re 21:17.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
πῆχυςZie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!