Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
** προσκοπή, -ῆς, ἡ (< προσκόπτω), [in Gr. Ven.: Pr 16:18 (כִּשָּׁלוֹן H3783)*;] an occasion of stumbling, offence: II Co 6:3.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
προσ-κοπή, ἡ,