Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
*† προσφάγιον, -ου, τό (< φαγεῖν), Hellenistic for ὄψον (v.s. ὀψάριον), a relish or dainty (esp. cooked fish), to be eaten with bread: Jo 21:5 (have ye taken any fish, Field, Notes, 109; Abbott, Essays, 105; cf. M, Pr., 170n; MM, Exp., xxi).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
προσφάγιον ᾰ, τό,