Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
1) Vrouw (Mark 15:40, 16:1) welke bij het sterven van Jezus was en later met andere vrouwen het lichaam balsemden. 2) Dochter van Herodes, die om het hoofd van Johannes de Doper vroeg.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
Σαλώμη, -ης, ἡ (< Heb. שָׁלוֹם H7965), Salome: Mk 15:40 16:1.†Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!