Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
*† συμ-φυλέτης, -ου, ὁ (< σύν, φυλή; cf. σύμφυλος, Aq.: Za 13:7; and v. Rutherford, NPhr., 255 f.) a fellow-tribesman, fellow-countryman: I Th 2:14 (v. M, Th., in l., and Intr. liii). Not found elsewhere.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
συμφῡλ-έτης, ου, ὁ,