Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
zn m, van G02290;
1) begrafenis
2) graf
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
τάφος, -ου, ὁ (< θάπτω), [in LXX chiefly for קֶבֶר H6913 ;] 1. a burial (Hom., al.). 2. a grave, tomb (Hes., Hdt., al.): Mt 23:27, 29 27:61, 64, 66 28:1, Ro 3:13 (LXX).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
τάφος ᾰ, ὁ,